Ruud Snel

De Jongens van Bol


Vers van de Pers


Wat is er binnen gekomen op onze redactie ???


Absorberen aangeraden !!!

!!! Reacties worden op prijs gesteld !!!

Vers van de Pers

Herman Frijlink

Steek van de Week - Nummer 982

De ellende van een Trojaans paard


Het onderwijs maakt druk gebruik van digitale hulpmiddelen, maar hebben we daarmee niet het paard van Troje in de klas gehaald? Immers, intensief gebruik van scherm en toetsenbord leidt tot narigheden als slaapgebrek, concentratieproblemen, afname van schrijf- en leesvaardigheid, verstoring van de hersenontwikkeling en meer van dat fraais. Het komt allemaal aan de orde in een publicatie van Maarten Wolzak, in samenwerking met Theo Compernolle, Marije Lagendijk en anderen. Wolzak is de oprichter van Myndr, een organisatie die zich er op toelegt om Internet “weer van dienst te laten zijn van mensen in plaats van andersom.”


De auteurs van de Myndr-publicatie zijn met hun inventarisatie van problemen bij intensief gebruik van online-informatie in goed gezelschap, te weten dat van Steve Jobs. In een interview met de New York Times in 2010 zei deze: “We hebben thuis strenge regels over het gebruik van technologie.” Hij was niet de enige, constateerde dezelfde krant op 22 oktober 2011 in een artikel onder de kop ‘A Silicon Valley School That Doesn’t Compute.


Het blad doelde daarmee op de situatie dat talloze managers en werknemers van de grote techondernemingen in Silicon Valley hun kinderen naar een van de 160 Waldorf-scholen sturen in de regio San Francisco, waar Silicon Valley deel van uitmaakt. Waldorf-scholen zijn onderwijsinstellingen, waar onderwijzers en leerlingen werken met pen en papier en waar mobieltje, laptop en tablet taboe zijn. Steve Jobs, zijn geestverwanten en concurrenten verbieden hun kinderen dus het gebruik van de digitale producten aan het waaraan ze kinderen in de rest van de wereld verslaafd maken.


Dat weerhield Maurice de Hond er niet van om in 2014 het idee van de iPad-scholen te ontwikkelen. Twee van die Steve Jobs-scholen richtte hij zelf op in Amsterdam. Eén ervan moest al snel sluiten omdat er te weinig leerlingen waren. De ander kwam onder toezicht te staan van de Onderwijsinspectie vanwege financiële problemen en kreeg van de Inspectie de laagst mogelijke beoordeling: zeer zwak. Intussen heeft De Hond het onderwijs verlaten en met hem is ook de officiële benaming Steve Jobs-school verdwenen. Men kent en vindt zijn standplaats zelfs niet meer, zoals de psalmdichter het zegt in de Bijbel, waar hij lamenteert over de kortstondigheid van het leven.


Betekent dit dat we de vraag van Wolzak e.a. – Is digitalisering het Trojaanse paard in de klas? – al kunnen beantwoorden? Mwah. Misschien heeft het meer zin om door te schakelen naar de vraag of Troje al gevallen is

Steek van de Week - Nummer 983

De vrijheid om slaaf te worden


Wat hier volgt is niet voor jou bestemd. Jij maakt uit vrije wil toch je eigen keuzes? Je bepaalt toch zeker zelf of je een andere baan wilt, uit eten gaat, gaat sporten en wat niet al? Het is toch jouw zaak dat je af en toe uit de band springt en een glaasje te veel drinkt? Een glaasje op zijn tijd, daar is toch niks mis mee? Er mag ook niks meer van de gezondheidspolitie.


Natuurlijk, haast ik me te zeggen, is dat allemaal aan jou. Wie ben ik dat ik me er mee bemoei? Ben ik mijns broeders hoeder? Ik kijk wel uit. Maar als je een andere baan vindt en je blijkt niet goed te functioneren volgens die idioot van een baas is het ook jouw zaak. En als je verslaafd dreigt te raken aan alcohol, rustgevende middelen of andere middelen die het leven draaglijk maken, dan is dat toch ook je eigen keus?


Je hebt pech, want het idee dat je anderen nodig hebt als je in de penarie zit past niet in de ideologie van de eigen keuze. Solidariteit? Wie kent dat woord nog? Misschien valt het nog wel eens in de toespraak van een vakbondsbaas, of in een boek over Marx, of wellicht zie je het per ongeluk in een nummer van Vrij Nederland, in de jaren zeventig en tachtig een weekblad met een oplage van 120.000 exemplaren, nu een weekblad met een miezerige oplage van net 20.000. Verder is het woord solidariteit in onbruik geraakt. Want iedereen is “de regisseur van zijn eigen leven.”


Dat klinkt goed, maar hoe zou het dan komen dat Nederland is vergeven van de coaches? Het barst ervan: spirituele coaches, burn-out coaches, relatie-coaches, energie-coaches, opruim-coaches. Er is geen situatie te bedenken of er is wel een probleem voor. Nog even, en je krijgt al een oplossing voorgeschoteld voor problemen waarvan je niet wist dat je ze had. Of het aanbod aan coaches de vraag schept of andersom weet ik niet. Wel kan ik op gezag van Intermediair.nl zeggen dat het aantal coaches in Nederland steeg van 63.000 in 2019 tot 95.000 in 2023. Amsterdam alleen al telt volgens het dagblad Het Parool 366 coaches.


Steeds meer ‘regisseurs van je eigen leven’ hebben blijkbaar een souffleur nodig omdat ze zich op het toneel van het leven geen raad weten. Maar geen nood, als je het echt niet meer weet, dan is de redding nabij. Zo is daar het Bredase kamerlid Thierry Aartsen, die namens de VVD een initiatiefwetsvoorstel indiende dat het mogelijk maakt dat je in het vervolg ook een wijntje kunt drinken bij de kapper, bij de bouwmarkt of in de winkel voor damesmode. Want dat je in de bebouwde kom in heel Nederland om de 500 meter een biertje kunt kopen is niet genoeg. Voor Thierry en zijn VVD is de keuze pas vrij genoeg als dat om de 250 meter kan.


Zouden zij en andere ideologen van de eigen keuze nou echt niet weten dat er volgens het Trimbos-instituut in Nederland 1.790.000 mensen riskante gebruikers van alcohol zijn, dat de verslavingsproblemen in Nederland voor 44 procent te wijten zijn aan alcoholgebruik en dat verslaving het tegenovergestelde is van vrijheid? Alleen Thierry en zijn apostels van de eigen keuze kennen het antwoord. Maar zeg nou zelf, vrijheidskampioenen die verslaving bevorderen, die kun je toch niet serieus nemen?

Steek van de Week - Nummer 984

Echte mannen


Wie erin slaagt een bepaalde bewering te doen klinken als een soort natuurwet heeft het helemaal voor elkaar. Want als je iets maar vaak en hard genoeg herhaalt wordt het als vanzelf voor waar aangenomen. In ieder geval heb je het publieke debat dan zo in verwarring gebracht dat de waarheid zoekraakt.


Daarom luidt het credo van Steve Bannon, de ‘Godfather’ van het populisme à la Trump: “Stop ze vol met stront.” Met ze bedoelde hij niet de Democraten maar de media. Dusdoende zijn Bannon en zijn tovenaarsleerling die vernoemd is naar een bekende stripfiguur van Walt Disney er in de VS al in geslaagd om Joseph Goebbels naar de kroon te steken. Het dondert niet of je de zaak willens en wetens verdraait, of onzin verkoopt of meent wat je zegt, als je maar verwarring zaait en er veel publiciteit mee krijgt. In die zin heeft Maximilian Krah, lijsttrekker van de Alternative für Deutschland en lid van het Europese Parlement, Steve Bannon’s veel geleerd.


Krah’s laatste bijdrage aan het publieke debat bijvoorbeeld is dat “echte mannen rechts zijn.” Is dat nou zo erg, zo’n uitspraak? Niet als je onzin normaal vindt. Wel als je weet dat Krah in zijn hoedanigheid als advocaat bisschop Richard Williamson verdedigt, de Britse zieleherder, die de Holocaust luidkeels ontkent. Ook is zeker dat je Krah serieus moet nemen als je weet dat hij een reserve politiemacht op de been wil brengen, te rekruteren uit jagers en leden van schietverenigingen.


Wie gaat rechtse politici eraan herinneren dat het nog maar 90 jaar is geleden dat Hermann Göring de Hilfspolizei oprichtte bestaande uit leden van de SS, SA en Stahlhelm en uit hun gelederen de bewakers van de eerste concentratiekampen werden gerekruteerd? Of moeten we ervanuit gaan dat Krah en zijn geestverwanten dat soort kennis met opzet bagatelliseren of negeren?


Nee, het is geen natuurwet dat de geschiedenis zich herhaalt. Maar het is wel zeker dat we in de uitwerpselen van veel populistische politici variaties horen op thema’s uit een pikzwart verleden: intolerantie, vreemdelingenhaat en het recht van de sterkste.

Steek van de Week - Nummer 985

Familie


“Ik zie het niet meer zitten”, “ik zit slecht in mijn vel,” “Ik heb een dipje”. Met dat soort uitdrukkingen vertellen we elkaar dat we het niet naar onze zin hebben. Vroeger gingen we dan te rade bij dominee, pastoor of rabbijn en nu bij de dokter, de therapeut, of de coach. Het is maar de vraag of dat een verbetering is. Ik denk het niet, maar dat neemt de behoefte aan hulp en goede raad niet weg.


Dat lijkt me een aannemelijke verklaring voor het verschijnsel dat het aantal coaches in Nederland is gestegen tot ruim 100.000, tweeëneenhalf keer zoveel als tien jaar geleden. In de wereld van coaching is de methode van ex-priester Bert Hellinger favoriet. Volgens Hylke Bonnema, oprichter van de Academie voor Opstellingen is het aantal deelnemers aan opstellingen en opleidingstrajecten verdrievoudigd sinds 2017. Zo telt een stadje als Zutphen al zes aanbieders van opstellingen.


Nu zijn therapeutische methodes net als religies. Je moet erin geloven, want bewijs voor de werking ervan is er niet of nauwelijks. Wie bijvoorbeeld meer wil weten over de methode Hellinger, ook wel systemisch werken genoemd, komt een vloedgolf aan opgetogen verhalen tegen over wat behandelaars en cliënten meemaken tijdens de sessies. Maar je vangt bot, als je bij Google Scholar op zoek gaat naar publicaties over wetenschappelijk onderzoek naar blijvend effect van “systemische opstellingen.” Het resultaat van de sessies zou te danken zijn het ‘wetende veld’, maar voor het bestaan daarvan is geen wetenschappelijke verklaring.

Steek van de Week - Nummer 986


Flinterdun


Ik weet niet wie u bent, Ellen Gitz en Wilfred Dielis, maar toch schrijf ik u bij deze, omdat ik niet goed begrijp waarom u zich verzet tegen de huisvesting van ‘voormalig daklozen’ in het gebouw De Zuidwester in Stratum. Ik begrijp trouwens ook niet waarom het Eindhovens Dagblad de term ‘voormalig daklozen’ gebruikt, alsof het niet over mensen gaat maar over wezens die geheel uit dakloosheid bestaan. Zou Geert van Elten, de schrijver van het artikel, niet door hebben gehad dat zijn woordgebruik mensen reduceert tot een probleem?


U zal dat wellicht een rot zorg zijn, of misschien hebt u er niet eens bij stil gestaan dat Van Eltens woordkeus voor u een steuntje in de rug is. Hoe het ook zij, feit is dat u zich verzet tegen huisvesting van Eindhovenaren die geen huis hebben. U voert daar blijkens het ED-artikel van 24 april j. l. verschillende argumenten voor aan, zij het dat mij niet duidelijk is namens wie u spreekt, behalve dan dat u blijkbaar ‘omwonenden’ vertegenwoordigt. Wie dat zijn, hoeveel het er zijn, of ze er allemaal hetzelfde over denken, dat blijft een raadsel.


Uw argumentatie tegen de huisvesting van medeburgers die geen huis hebben begint met het klassieke verwijt dat de gemeente vooraf geen overleg met u heeft gehad. Zeg eens eerlijk: als de gemeente dat wel had gedaan, zou u dan niet in verzet zijn gegaan?


Ook verwijt u de gemeente Eindhoven, de sociale begeleiders en de architect dat ze geen plenaire vergadering met u en de omwonenden hebben belegd, maar de discussie klein hebben gehouden door die over verschillende tafels te verdelen. De reden daarvoor formuleert u zelf het best waar u vertelt dat een gemeenteambtenaar met de mond vol tanden stond “zodra er een groep omwonenden rondom een vragensteller ging staan.” Kan het zijn dat de ambtenaar in kwestie zich geïntimideerd voelde? Want dan komt er natuurlijk geen gesprek op gang. Of ziet u het stilzwijgen van de ambtenaar als een ongewilde erkenning voor de rechtmatigheid van uw verzet?


Een derde argument voor uw verzet is dat de medeburgers die onderdak nodig hebben overlast in het parkje zouden kunnen veroorzaken. Bovendien zouden er in de toekomst wel eens mensen “met ernstige problemen” in aanmerking kunnen komen voor huisvesting in De Zuidwester. Dat betekent toch dat de mensen die er nu voor in aanmerking komen minder ernstige problemen hebben? Misschien zijn hun problemen zelfs niet veel ernstiger dan die van u en mij. Dan is er toch ook geen reden voor verzet?


Maar zo gemakkelijk laat u zich de mogelijkheid tot heldhaftig verzet niet afpakken. Immers, die mensen met ernstige problemen, die er nog niet eens zijn, zouden wel eens in het park kunnen gaan zitten als het warm is en “dat wil je toch niet hebben in een buurt waar duizend kinderen wonen?”


Kom op, mevrouw Gitz en meneer Dielis, doe me een lol. Net als alle omwonenden weet u dat het park naast de Zuidwester aan drie kanten omgeven is door huizen van waaruit je vrij zicht hebt op het park. U weet ook dat het park niet veel meer is dan een grasveld met wat bomen en struiken die apart van elkaar staan, Verder weet u net als ik, dat er altijd mensen lopen en zitten. Kortom, het parkje is een open plek voor de omwonenden en geen bos met donkere, stille hoekjes waar potloodventers vrij spel hebben. Op zijn hoogst kom je er een hond tegen die vals gromt.


Uw argumentatie tegen de huisvesting van Eindhovenaren die dakloos zijn geweest is dus flinterdun. Dat zal voor u geen reden zijn uw verzet op te geven. Die illusie heb ik niet, want hoe zwakker de argumenten zijn hoe groter de neiging is om er in te volharden. Maar wel vraag ik u dit: wat als een van de kandidaat-bewoners een oude kennis is, of een neef die u uit het oog hebt verloren, of uw broer die veel pech heeft gehad?


Ik wens u veel sterkte bij uw overwegingen.

Steek van de Week - Nummer 987

Halfvol


“Bij mij is het glas altijd halfvol” is een uitdrukking die je te pas en te onpas tegenkomt meestal met bijpassend beeldmateriaal. Altijd schijnt de zon, de haren wapperen in de wind en de tuin staat in volle bloei, voor eeuwig. De ouders van de geluksvogels zijn kranige, tanige grijsaards zonder bril en hebben een huisje in Frankrijk. Armoede, oorlog en ziekte zijn ver weg. En dat moet ook zo blijven.


Dat geldt ook voor persoonlijke problemen. Die zijn er, die heeft iedereen, maar we laten ze niet zien. We moeten ervan af, en snel ook. Want ze passen niet in het beeld dat we aan de buitenwacht willen presenteren, niet zelden dat van levensgenieter. Want genieten, dat zal en dat moet. We genieten ons te pletter. Modieuze psychiaters als Dirk De Wachter kunnen lullen wat ze willen over het onontkoombare van ziekte, dood en andere ellende, we zijn pas gelukkig als we tegen de klippen op positief zijn, ook al staat het water ons aan de lippen.


Ik weet niet waar die bijkans totalitaire dwang tot positief zijn vandaan komt. Het woord ‘positief’ kende ik uit de natuurkunde net als zijn tegenhanger ‘negatief.’ En een depressie was iets dat tussen Schotlang en IJsland lag. Verder was je wellicht optimistisch van aard of juist pessimistisch. Niemand die er wakker van lag.